Haar naam is Marie.... Marie wie? Ach Nir, maak niets uit, zeg maar gewoon Marie, is haar antwoord. Ik weet 100% zeker, dat ze geen Marie heet en toch noem ik haar Marie
Marie is ver in de tachtig, zomer en winter draagt ze een gebreide wollen muts en een dikke wat eens vuurrood was en nu bruinrode jas, een dikke of grijze of zwarte maillot en dichte afgetrapte schoenen.
Marie heeft altijd een payong bij zich.
Elke dag zodra de winkels open gaan, is Marie ook al op straat te vinden.
Ik kan haar zien lopen op het winkelplein als ik naar buiten koekeloer.
Marie kent iedereen en iedereen kent Marie, ook al verstaat bijna niemand haar, want ze brabbelt één of ander mengelmoesje van alle talen ter wereld zou ik haast zeggen. Javaans, Chinees, Nederlands en nog wat andere klanken.
Als ergens een bingo bijeenkomst is, is Marie van de partij, waar dan ook.
Marie stapt ook nooit in een hopper. Marie pakt de bus, klaar.
Marie was ook ooit in het verre verleden geboren in dat tropenland en volgde haar man naar kikkerland en hier wacht Marie haar dagen buitenshuis nu af, weer of geen weer.
Zou thuis haar herinneren aan haar vroegere gelukkige dagen? Zou Marie kinderen hebben? Ik weet het niet, want ik zie Marie altijd alleen met haar boodschappen tas, die altijd leeg is, ook al komt ze net van de AH.
Dag .... even wachten en dan vraagt ze: Hoe heet je ook alweer?
Ik zeg dan Dag Marie terug, want ze wil geen mevrouw genoemd worden en ik noem mijn naam en heel blij lacht ze terug en vraagt hoe het met die en die gaat, waar ze mee associeert. Namen onthoudt Marie niet meer, maar wel diegenen die erbij hangen.
En zo zal Nederland wel vaker van deze dames hebben toch?
Ooit om één of andere reden hier naar toe getrokken.