Wat is er over van het Molukse ideaal?
Geronimo Matulessy– 22:10, 9 juni 2017
Zondag is het 40 jaar geleden dat de Nederlandse overheid een eind maakte aan de Molukse, politiek getinte, treinkaping bij De Punt. Hoe kijken jonge Molukse Nederlanders nu naar hun identiteit en het vrijheidsideaal?
Vanuit het kerkgebouw aan de rand van de Molukse wijk in Assen klinken kerkliederen, in de deuropeningen van de pastelkleurige rijtjeshuizen staan bewoners met elkaar te praten. In deze buurt vind je geen Nederlanders, behalve als ze getrouwd zijn met een Molukse partner.
Dit soort wijken werden voor Molukkers gebouwd toen duidelijk werd dat hun tijdelijke verblijf in Nederland definitief zou zijn. Op veel plekken verandert de samenstelling van de oorspronkelijk ongeveer zestig wijken. Zo is er bijvoorbeeld in Vaassen geen stichting en wijkraad meer actief, daar wonen inmiddels autochtone Nederlanders en Molukkers in één wijk. Maar hier in Assen, en ook in Moordrecht en Capelle aan den IJssel eist de Molukse gemeenschap dat hun wijk ook écht Moluks blijft.
Middenin de Assense wijk woont Chayah Hehanussa (24) in zijn ouderlijk huis. In de woonkamer springt de grote Molukse vlag in het oog. Chayah wijst naar de foto op het dressoir: "Dat is mijn opa." Een voormalig Knil-militair poseert in dienstuniform. Voor de familie Hehanussa symboliseert hij trots en onverzettelijkheid.
Justus Veenman, emeritus-hoogleraar economische sociologie in Rotterdam, deed tussen 1978 en 2000 veelvuldig onderzoek naar Molukkers in Nederland. Volgens hem fungeren Molukse wijken als vangnet voor de vele laagopgeleiden en werklozen. Het is een netwerk dat er naar zijn zeggen toe doet, omdat men elkaar helpt. "Een Molukker uit de wijk ontleent zijn identiteit aan de plek waar hij vandaan komt. Uit internationaal onderzoek is gebleken dat een sterke identiteitsvorming belangrijk is voor de integratie."
Nadeel is dat de contacten sterk gericht zijn op de eigen gemeenschap, zegt Veenman. Dat beïnvloedt de integratie: "Hun studiekeuze hangt af van hun vrienden en vriendinnen. Met de gedachte: 'We blijven altijd bij elkaar.' Dat is een groot probleem."
Dat wil niet zeggen dat Molukkers in de wijk niet integreren, want ze hebben werk, volgen een opleiding of sporten met Nederlanders. Anderzijds zijn er ook Molukkers die opgaan in de Nederlandse samenleving en een woning buiten de wijk vinden. Er is een stijgende lijn in het vormen van gemengde huwelijken.
Volgens Fridus Steijlen, antropoloog en wetenschappelijk onderzoeker bij het Koninklijk instituut voor taal-, land- en volkenkunde in Leiden, hebben de Molukkers van de eerste en tweede generatie lange tijd gedacht dat zij terug zouden keren naar de Molukken. Dat zorgde voor een achterstand op de arbeidsmarkt en onderwijs. "De integratie is pas vanaf 1980 begonnen."
Veenman en Steijlen zijn het eens: de kans dat de gewelddadige excessen van de jaren '70 weer opdoemen is niet reëel. Tegenwoordig heeft het Molukse vrijheidsideaal een symbolische waarde, maar past het wel in een politieke identiteit. De gewelddadige acties van toen pasten meer in die tijdgeest. Steijlen: "De tweede generatie verdiepte zich in de koloniale geschiedenis en zagen dat ze waren belazerd door de overheid. In die tijd had je bijvoorbeeld de PLO, Eta en de Ira. De jongeren identificeerden zich daarmee."
Er vindt nu een verschuiving plaats: de mensenrechtensituatie in Indonesië valt ook onder de aandacht bij de derde en vierde generatie Molukkers. In de zoektocht naar hun identiteit wordt ook de nadruk gelegd op culturele aspecten, recht op zelfbeschikking en verbetering van de leefomstandigheden van de inwoners op de Molukken.
Zodra het avondeten klaar is komt tante Loes, de moeder van Chayah, uit de keuken naar de woonkamer. Ze heeft een duidelijke boodschap: "Het is belangrijk dat de strijd door de jeugd wordt overgenomen. Molukkers mogen nooit vergeten waar ze vandaan komen."
Lees verder bij Trouw