Torajavrouwen wonen bondsdag CGK bij 24-04-2013 09:29 | Van een medewerker
De Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen vierde dinsdag in Urk zijn 65-jarig jubileum, in aanwezigheid van twee vrouwen uit Torajaland, Indonesië. beeld Dick Vos Voor het eerst in de geschiedenis van de 65–jarige Bond van Christelijke Gereformeerde Vrouwenverenigingen waren er dinsdag vrouwen uit Torajaland aanwezig op de bondsdag. De vrouwenverenigingen kwamen bij elkaar in Urk.
Zo’n 600 vrouwen vierden het jubileum mee. Onder hen twee vertegenwoordigers van de vrouwenbond van de gereformeerde Torajakerk in Indonesië waarmee de CGK een zusterrelatie onderhouden, de Persekutuan Pemuda Gereja Toraja Mamasa (PPGTM). Het gebied rondom Mamasa was in 1927 het eerste zendingsgebied van de Christelijke Gereformeerde Kerken. De vrouwenbond van de Torajakerk viert dit jaar zijn veertigjarig bestaan.
Gehuld in traditionele kledij boden de twee vrouwen gisteren twee handgeweven doeken aan, die door hun vrouwenbond waren gemaakt. Ook toonden zij het bulletin dat kon worden gedrukt met behulp van financiële steun van de christelijke gereformeerde vrouwenbond.
”Eén Naam is onze hoop”, luidde het thema van de bondsdag. Spreker was ds. L. A. den Butter. Hij verbond het 65-jarig bestaan van de vrouwenbond aan de betrouwbaarheid van die ene Naam. „Veel is er veranderd in de maatschappij en in de kerken, maar die Naam bleef hetzelfde omdat God onveranderlijk is in Zijn trouw.”
De christelijke gereformeerde predikant uit Culemborg mediteerde over Psalm 22. Zijn toespraak bestond uit een tweeluik waarbij het persoonlijk deelhebben aan die Naam en in het tweede deel het uitdragen van de Naam centraal stond. Volgens ds. Den Butter had David, de dichter van Psalm 22, in levensbedreigende situaties ervaren dat de enige grond van hoop was gelegen in de Naam van God.
De predikant maakte de vergelijking met een schelpdier dat zich vastzuigt aan een rots en daardoor niet door sterke stroming of de branding wordt meegesleurd. „Niet dat het schelpdier zo sterk is, maar de rots blijft op zijn plaats. De belijdenis van de ene Naam is zo’n vastzuigbeweging, want de beloften van de Verbondsgod blijken rotsvast als de gelovigen zich daaraan vastklampen.”
Uit Psalm 22 blijkt dat verkregen persoonlijke hoop nooit voor zichzelf wordt gehouden, maar altijd gedeeld. Wie zelf is vertroost, wijst anderen op de
betrouwbaarheid van die ene Naam.
De kring wordt almaar groter, zo besloot ds. Den Butter zijn meditatie. „De verkondiging heeft eerst plaats in eigen kring, vervolgens in de gemeente en breidt zich uit tot aan de uiterste einden der aarde.”
C. Groeneveld gaf uitleg over het evangelisatiewerk in Noord-Siberië. De evangelisten die hier werken komen uit Oekraïne, Kazachstan of het Russische Sint-Petersburg.
De vrouwenverenigingen hebben het afgelopen seizoen actie gevoerd om te kunnen voorzien in de hoge kosten van de verlofperiodes.
Victoire Nimpagaritse –in Afrikaanse kledij– vertelde hoe zij met haar gezin uit Burundi als asielzoeker naar Nederland kwam en in contact kwam met een christelijke gereformeerde kerk, de kerk waarvan zij nu lid is.
Ref.Dagblad