LATIHAN TUJUH BELAS / Oef. 17
Probeer te vertalen
Loes gaat naar Bali met een vriendin.
Ellen wil boeken kopen in de boekenwinkel.
Bob is op het vliegveld.
Wujud woont in de stad Utrecht.
Bart wil studeren.
Jan zit voor het huis.
Waar komt Heleen vandaan?
Hoe heet die mevrouw?
Hoe oud is dat kind?
Waar gaat Pascal heen?
Mijn hotel is in Seminyak.
Waarom is Jeannette is nog niet?
ADA (er is, er zijn, hebben)
Ada is een werkwoord dat betekent: er is, (of) er zijn, <zich bevinden>
Di sana ada banyak rumah
Er zijn daar veel huizen
Ada pisang? – Ya, ada
Zijn er bananen? – ja, die zijn er
Ada bir bintang? – ya, ada
Is er bintang bier? – ja, dat is er
Pengopi sudah ada? = is Pengopi er al?
Ya, sudah ada – ja, ze is er al.
Ze is er nog niet = belum ada
ADA = géén koppelwerkwoord zoals wij dat in het Nederlands kennen in de vorm van ‘zijn’ en ‘hebben’, dat kent het Indonesisch niet. Nederlandse koppelwerkwoorden worden dus niet naar het B.I. vertaald.
Saya perempuan – ik ben een vrouw
Saya haus – ik heb dorst.
Alleen in het officiële taalgebruik (media b.v.) wordt als koppelwerkwoord gebruikt: ADALAH = is, zijn.
Susilo Bambang Yudhoyono adalah Presiden di Republik Indonesia.
SBY is de President van…..….…
PUNYA = hebben, bezitten (poenjaa)
Punya wordt gebruikt voor hebben als bezitten, dus nooit gebruiken voor:
Ik heb dorst, wél ik heb (bezit) een huis, of: ik heb (bezit) geld.
Saya punya uang = ik heb geld, ik bezit geld.
Saya punya dua anak = ik heb (bezit) twee kinderen.
Saya tidak punya uang = ik heb (bezit) geen geld.
Ayo! = komaan! Kom op! (ajoo) korte a
Ayo makan! = kom eet wat!
Mari! = kom! (marie)
Mari minum = ga je gang, drink iets
Silahkan minum = ga je gang, drink iets
Wah! = goh!, nou! (stopwoordje)
Aduh = jeetje, hemel, goh, jemig (adoeh)
Sih = toch? immers?, (ook: wel) < sieh>
Lho = hé! Wel! Nee toch! je meent het!
Coba! = probeer het! Laten wij het proberen!
Dong = zeg! Toch! (vaak achteraan geplaatst)
Ayo dong! = kom op, joh!
Siapa dong! = wie dan wel!
VERBOD:
Jangan dong = niet doen, joh! (zeg!) (djangan) ng als in lange
Jangan = doe het niet, niet doen
Jangan duduk = ga niet zitten
Jangan! = doe het niet!
Jangan minum bir terlalu banyak = drink niet teveel bier.
Jangan bilang itu = zeg dat niet
VERTALEN
Wah! Ayo, kita ke Bali saja!
Mas, minta garam dan merica?
Di situ Bu Elly beli dua puluh lima buku.
Kalau kami naik taksi ke pusat kota, berapa harganya?
Bapak tinggal di mana?
Kapan ingin ke Bali lagi?
Ayah, mari kita jalan-jalan.
Kita harus belajar Bahasa Indonesia.
Saya juga tidak punya uang
Aku tidak senang tinggal di negeri Belanda