LATIHAN DELAPAN BELAS / Oef. 18, ontkenning.
Ontkenningen.
We hebben er al 2 gehad: tidak, belum.
TIDAK = nee, niet, geen
Tidak wordt geplaatst vóór het woord dat men ontkent,( een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord.)
Saya tidak ingin ke restoran itu.
Ik wil niet naar dat restaurant.
Dia tidak boleh makan.
Hij/zij mag niet eten.
Mereka tidak bisa pergi ke sana
Zij kunnen daar niet heen gaan.
Bir bintang tidak dingin
Het bintang bier is niet koud.
Hotel besar tidak bagus
Het grote hotel is niet mooi.
Restoran ini tidak rapi.
Het restaurant is niet netjes.
BELUM = nog niet.
Saya belum makan.
Ik heb nog niet gegeten.
Als men in Indonesië een vraag stelt, en in die vraag komt voor: sudah, telah (= al, reeds) of ‘pernah’(=ooit), gebruikt men in het antwoord voor ontkenning niet ‘tidak’, maar ‘belum’.
Linda sudah minum kopi? – heeft Linda al koffie gedronken?
Belum, Linda belum minum kopi
Nee, Linda heeft nog geen koffie gedronken.
Kamu sudah punya koper yang baru?
Heb je al de/die nieuwe koffer?
Belum, (aku, saya) tidak punya uang.
Nee, ik heb (nog)geen geld.
Saya lapar, belum makan – ik heb honger, ik heb nog niet gegeten.
Mereka belum pernah ke Indonesia
Zij zijn nog nooit naar Indonesië geweest.
BUKAN bij ontkenningen van: zelfst.naamwoord, met ‘yang’gemaakt zelfst.n.v., persoonlijk voornaamwoord, eigennaam.
BUKAN: niet, geen. Maar ook: andere mogelijkheid: nietwaar? Is ’t niet?
Meestal wordt ‘bukan’ gebruikt in combinatie met ‘tetapi’
<niet die…………………., maar……………(een ander(e))
<bij ontkenning met ‘bukan’ vaak sprake van tegenstelling.
B.v.:
Ini bukan hotel, tetapi restoran
Dit is geen hotel, maar een restaurant.
Bukan saya bilang itu, tetapi Mary.
Ik ben het niet die dat gezegd heeft, maar Mary.
Bukan Ibu ini guru, tetapi Bapak itu
Niet deze mevrouw is leraar(es), maar die meneer.
Bukan koper hijau, tetapi koper hitam.
Niet de groene koffer, maar de zwarte.
Bukan yang ini, tetapi yang itu.
Niet deze, maar die.
Bukan (‘kan) = afkorting <uitspraak boekan> = is ’t niet, nietwaar?
b.v.
Internet di Indonesia masih baru bukan?
Internet in Indonesië is nog nieuw, nietwaar?
Makanan ini enak sekali, ‘kan?
Deze maaltijd is erg lekker, is ’t niet?
Besok Clara pulang, ‘kan?
Morgen komt Clara terug (naar huis), nietwaar?
BUKAN, ‘KAN, achteraan een zin betekent dus: is ’t niet? Nietwaar? Is het niet zo, dat?.
Belum pernah = nog nooit (bloem pernah per stomme e)
Tidak pernah = nooit
Kadang-kadang, terkadang = soms, af en toe
Jarang = zelden (djarang)
Seringkali = vaak (seringkaalie, stomm e)
Biarlah = laat maar
Ambil = nemen, pakken (ambiel)
Gampang = makkelijk (G uitspraak als engels Go)
Sulit = moeilijk (soelit)
Hanya = slechts (hanjaa)
Istana = paleis (istana)
Kraton/keraton = paleis (javaans)
Rugi = verlies lijden (roegie, g als eng. Go)
Bankrut = bankroet (u uitspraak oe)
Pulang = teruggaan, terugkeren (naar huis) <poelang>
Besok saya pulang = morgen ga ik (naar huis) terug
12.625
= dua belas ribu enam ratus dua puluh lima.
Het jaar 1978 – Tahun seribu sembilan ratus tujuh puluh delapan, of:
Sembilan ratus tujuh puluh delapan.
In het jaar 2004 – pada tahun dua ribu empat
12 bier = dua belas bir (bintang)
631 kippen = enam ratus tiga puluh satu ayam
Vertalen:
Hoe laat is het?
Mijn vliegtuig vertrekt om 12.00 uur
U vertrekt vandaag naar Bali, nietwaar?
Heb je al ontbeten? Het is al 08.00 uur
Zij hebben 13 uur in het vliegtuig gezeten
Ann houdt er niet van om in het vliegtuig te zitten
Ga niet zitten, wij moeten nu vertrekken
Vanavond werk ik tot 23.00 uur
Komaan, zeg maar dat we niet kunnen komen morgen.