Pak Lurah had schoon genoeg van al dat gedonderjaag in het thuisland
en was even rap als dat ie ging, weer terug in het koele Nederland.
Zoals velen wel weten, was Pak Lurah in het afgelopen jaar verhuisd
en dat kwam door al dat gajes en tuig waardoor de vorige buurt werd verguisd.
En dra brak de lente aan en werd het tijd dat hij de nieuwe buurt verkende,
kwam een viswinkel tegen waarvan de eigenaar hem met lekkere dingen verwende.
Ging enpassant een oerkietoerkie supermarkt binnen die ook sambal verkocht.
Made in Buitenland en het was best lekker ook nog, beslist geen rotzooibocht.
En zo kwam ie ook een oude Indo tegen op zijn wandeltochten
door de nieuwe buurten en zijstraatjes en krochten bewoond door gedrochten.
Dag meneer Indo, apa khabar?
Doe rustig aan, wees sabar,
zo begroette Pak lurah telkens weer de oude Indo
en de groet toverde een lach op het gezicht van die oude sinyo.
Vandaag kwam Pak Lurah hem weer tegen in de toko van zijn achternicht
want Pak Lurah had zin in wat lekkers en was al snel voor de koekjes gezwicht.
Ha meneer oude Indo, u ook hier? Apa khabar? Wat heeft u in uw hand?
En de oude Indo groette welgemutst en blij terug: Iets lekkers uit ons verre land.
Pak Lurah keek zijn nieuwe vriend na toen ie de winkel uitging en huiswaarts keerde,
gezeten op zijn oude fiets, die van ouderdom alle kanten uit rammelde en veerde.
Achterop de bagagedrager had de oude Indo het kleine zakje kripik pisang gedeponeerd,
vastgeklemd door de twee rubberen banden, reed hij weg en de smaak van kripik niet verleerd.
Dag oude Indo, tot volgende keer maar weer,
zei Pak Lurah tegen die kranige oude Indo meneer,
op weg naar huis waar niemand op hem zit te wachten
om samen de pijn van eenzame ouderdom te verzachten.
Volgende keer meer.